VORIGE PAGINA     |   INDEX GETUIGENISSEN  |    VOLGENDE PAGINA
getuigenissen

Inhoud van deze pagina:

105. God's genade voor een teruggevallen
        vrouw
105 God's genade voor een teruggevallen vrouw

Foto van William Branham GETUIGENIS
Op een avond waren er mensen, die hier komen. De dame (of enigen van haar familie) zou hier vanavond mogen zijn, daarom noem ik de naam niet, waarschijnlijk weet u wie het is. Maar ze komen hier, een groep fijne mensen uit Kentucky en ze komen hier al jaren. Maar deze mensen, die fijne mensen zijn, goede vrienden van mij. Heus, zij waren echte vrienden van mij, maar zij... Van dat soort mensen dat naar de gemeente zou komen als de opwekking aan de gang is; maar wanneer de opwekking voorbij is en de wagen moet worden getrokken, zou niemand willen trekken. En alle kinderen zaten hier op de zondagsschool, ze hadden de...als we onze klassen en dergelijke hadden.

En op een dag kwam ik thuis, ongeveer vier of vijf jaar geleden, in die richting. En dit meisje, (die ongeveer acht jaar was, toen ze op de zondagsschool zat) was getrouwd en had twee kinderen. En ze lag daar in het ziekenhuis op het punt van sterven. Ze was ongeveer vier, vijf maanden zwanger; en de baby was dood en ze konden haar niet opereren want ze had niervergiftiging. En ze konden haar niet opereren, dus ze moesten de moeder ook laten sterven. Konden niet opereren en de baby zou haar ook doden, dus ze hadden... ze lag gewoon te sterven, dat was alles, er was geen kans voor haar.

Ik ging er naartoe om haar te bezoeken, ze had me laten roepen. En ik ging het ziekenhuis binnen en daar lag ze onder de zuurstoftent. Ik tilde de kleine flap omhoog, sprak een beetje met haar en ik zei: "Herinner je mij?"

Ze zei: "Zeker, broeder Bill, ik herinner me u."

Ik zei: "Hoe is... Begrijp je hoe ziek je bent?"

Ze zei: "Ja, daarom heb ik u laten roepen."

Ik zei: "Wel, waarom, hoe is het met jou en de Here?"

Ze zei: "Broeder Bill, ik - ik heb... ik ben niet gereed om te gaan."

Wel, we knielden daar neer en baden en haar moeder en haar man, er waren velen van hen in de kamer, en haar moeder en man begonnen te huilen. En toen vroeg ik haar en ze kwam in orde met God (deed haar geloften om terug te komen en maakte de belofte aan God; en of Hij haar wilde vergeven en hoe ze Hem liefhad en betuigde spijt over haar zonden, de wijze waarop ze had geleefd) en ging door met haar belijdenis en huilen. En na een poosje stond ik op en verliet het gebouw.

En de volgende morgen belden ze me op, of ik terug wilde komen. En ik vernam hoe ze 's morgens waren gekomen om een test af te nemen, om te zien hoe het met de niervergiftiging was verdergegaan en ze ontdekten, dat ze er niets meer van had. Het was helemaal weg, al het urine-vergif had haar verlaten. De doktoren waren zo opgewonden, dat ze zeiden: "Wat! Waarom, dit, we zouden... Dit is erg eigenaardig." Zeiden: "We zullen haar gereedmaken en als het morgen nog zo zou zijn..." Zeiden: "We zullen haar penicilline blijven geven", of wat ze haar ook gaven om de infectie te onderdrukken. Zeiden: "We zullen opereren en de dode baby wegnemen, voordat het omslaat in iets anders. Als ze in orde is, dan..."

Wel, die dag testten ze haar nog eens twee of drie keer. En 's avonds laat testten ze haar, er was niets verkeerd, alles was volmaakt in orde. En ze onderzochten haar. Haalden haar van onder de zuurstoftent vandaan. Alles was in orde. De volgende morgen zouden ze haar opereren, de baby weghalen.

Wel, ik ging daar naar buiten. En omdat dit gebeurde... Nu, ik wist het niet, ik wist het niet. De Here vertelde me er niets over. Vraagt u de mensen maar, als u wilt. Ze... zij... Hij zei nooit dat dit zou gebeuren. Maar o, om zoiets te zien! Haar man die een zondaar was, kwam naar mij en zei: "Broeder Branham, ik wil mijn leven aan de Here Jezus geven."

En ik zei: "In orde, kniel hier neer en houd de hand van je vrouw vast en wandel dan samen verder op het rechte pad."

De moeder keerde terug, ze zei: "Broeder Branham, hier ben ik en mijn kinderen, weet u, we zijn steeds gekomen en weggebleven, gekomen en weggebleven en we hingen om de Tabernakel heen, enzovoort. We zaten naar u te luisteren als u predikte en we gingen naar het altaar en kwamen terug." Zei: "Ik ben ook teruggevallen, broeder Branham. Ik wil naar de Here Jezus terugkeren, voor Zijn goedheid voor mijn kind." Wel, ziet u, dat is heel fijn, maar u komt niet naar de Here Jezus om die reden.

Tegen middernacht, twaalf, één uur, doezelde haar moeder weg in slaap. En ze zei, riep haar, zei: "Moeder."

En ze zei: "Ja lieveling, wat wil je?" Ze zei: "Weet u, ik ben zo gelukkig!"

Ze zei: "Ik ben zo blij dat je gelukkig bent."

Zei: "Ik heb vrede met God. O, wat is dat fijn!"

Na een paar minuten riep ze weer, ze zei: "Moeder."

Zei: "Ja?"

Zei: "Ik ga naar huis."

En ze zei: "Ik weet het. Ja lieveling, morgen zal de dokter de baby weghalen. En dan na een dag of twee, wanneer je littekens genezen zijn en je komt hier uit, ga je terug naar huis en zult weer gelukkig zijn, jij en je man en de kleintjes en je zult een Christen zijn en voor God leven."

Ze zei: "Moeder, ik bedoel, dat ik naar mijn Hemelse Huis ga."

Ze zei: "Natuurlijk lieverd, aan het eind van de reis."

Ze zei: "Dit is het einde van de reis."

"O", zei ze, "wat is er nu aan de hand?"

Zei: "Het einde van de reis." Dus zei ze: "Ja moeder, binnen een paar minuten zal ik weg zijn."

Wel, ze dacht dat ze alleen maar nerveus was en in de war. Ze riep de verpleegster, de verpleegster controleerde haar ademhaling. Alles was normaal. En binnen vijf minuten was ze weg, ze was dood.

En toen ik één of twee weken later thuiskwam... Ik geloof dat broeder Graham sprak bij de begrafenis van het meisje. Toen ik thuiskwam en Meda me vertelde dat het meisje die nacht gestorven was, o, ik kon niet...

Ik ging de moeder bezoeken. "Ja."

En ik weet niet hoe ik er toe kwam om dit te doen, maar ik zei: "Here God, U bent me een verklaring schuldig, (ziet u) nadat ik daar ben heen gegaan en die man vertelde en hij tot de Heer kwam, nadat U deze dingen voor hem deed, en al dat soort dingen om dan het leven van dat meisje te nemen op zo'n manier." Ik zei: "U bent me een verklaring schuldig."

Als u God iets dergelijks vertelt, laat Hij u alleen zitten. Ik hoef niet... Hij is me niets verschuldigd. Ik sta in de schuld bij Hem. Wel, Hij liet me een paar dagen aan m'n lot over, weet u. En ongeveer drie of vier maanden erna stond ik op de oever van een riviertje en de Here sprak tot mij in een visioen en zei: "Ga nu naar haar moeder en zeg tegen haar moeder: 'Was een jaar geleden haar tijd niet gekomen toen ze verdronk in een riviertje, op een picknick? Ze had op die tijd moeten gaan, maar Ik moest haar wegnemen toen ze gereed was om te gaan'. En dat is de reden dat dit alles gebeurde en waarom u er buiten stond."

Toen knielde ik neer en huilde. Ik zei: "Here Jezus, vergeef me, Uw armzalige, domme dienstknecht. Ik zou dat nooit gezegd moeten hebben, Here."

En ik moest teruggaan naar de dame, ze woonde hier in de Marktstraat, en ik ging naar haar toe en ik zei: "Ik wil u een vraag stellen."

Ze zei: "Natuurlijk, broeder Bill."

En ik zei: "Is het waar, dat dit meisje bijna verdronk?"

Ze zei: "Dat is waar, broeder Branham. Haar man en anderen moesten haar uit de rivier halen." Ze zei: "Ze moesten kunstmatige ademhaling toepassen... drukken, ze moesten een machine halen om het water uit haar te pompen." Ze zei: "Ze had haar rok aan. Ze hielden een picknick. Ze liep weg en trapte in wat zand, gleed uit, duikelde voorover en werd verstikt in het water. Ze hadden haar niet opgemerkt. En direct daarna zagen ze haar omhoog komen en weer ondergaan en ze renden het water in en grepen haar en haalden haar eruit." En ze zei: "Ze stierf bijna. Ze..."

Ik zei: "Dat was haar tijd om te gaan."

Ziet u, God weet wat Hij doet. Nu, de Here zou me dat waarschijnlijk hebben verteld, als ik niet de houding had aangenomen, zoals ik deed: "Heer, U behoort mij daarover te vertellen." Hij is u niets verschuldigd!

Op een avond stond ik in een samenkomst en hoorde een evangelist bidden voor een zieke, zei: "God, ik beveel U deze persoon te genezen!" Wie beveelt God? Ziet u? Het is zelfs niet intelligent, omdat God doet wat Hij wil doen.

Kan de klei tegen de pottenbakker zeggen: "Waarom hebt u mij zo gemaakt?" Zeker niet! Maar wanneer de profeet zich zal stilhouden en dan de Here zoeken voor een antwoord, zal het antwoord daar zijn. Ziet u?

Zoals met deze persoon die vragen stelde over de kwestie van het slangenzaad. Let gewoon goed op, wees niet te gehaast. En tenslotte laat God alles medewerken ten goede voor hen, die de Here liefhebben.

Uit de preek "Waarschuwing, dan oordeel" p 134- door William branham 24 Juli 1963



VORIGE PAGINA     |   VOLGENDE PAGINA

HOME      INDEX getuigenissen    TOP   

______________________________________________

Voor vragen of opmerkingen:





Peter van Oort

Peter van Oort