Hoevelen geloven nu? Kijk hier. U denkt dat ik dat raadde. De Geest is nog steeds over de man.
Gelooft u dat de God des Hemels u kent? U dient Hem? Ik zeg dat u Hem dient. Ja, meneer, u bent een Christen. U komt hier met het doel om genezen te worden. U gaat beter naar huis. Uw naam is meneer Raney. Dat is precies juist. Steek uw hand op als dat waar is. U kunt naar huis terugkeren. U bent genezen meneer. Uw geloof heeft u beter gemaakt. God zegene u.
Ik heb de man nooit in mijn leven gezien, hier zijn mijn handen, misschien onze eerste keer. Het is God. Nu zit stil, wees allemaal in gebed. U weet dat Iets hier dat doet.
Nu, de Farizeeën zeiden: "Hij is de duivel." Toen kregen zij zijn vergelding. Philippus zei: "Het is de Zoon van God." Hij kreeg Zijn beloning. Wat u er van denkt is uw zaak.
U, die hier weent. U was zich bewust dat Iets u trof, is het niet? Als dat juist is steek dan uw hand op. De man die weent, hier zittende, wij zijn vreemden voor elkaar. Dat is juist. Ik ken u niet. Maar God kent u. Als God aan mij uw kwaal zal openbaren, zult u dan met geheel uw hart geloven? Als u dat zult, zwaai dan met uw hand heen en weer. In orde.
U lijdt aan een maagkwaal. Dat is juist. Gelooft u dat God u zal genezen? In orde, u gelooft het. Gelooft u dat God weet wie u bent? Als Hij me zal vertellen wie u bent, zal het u dan versterken? Houdt uw hand gewoon omhoog als het dat doet, wuif hem heen en weer. In orde, het zal u versterken? Meneer Fred Moore. Dat is precies juist. Ga naar huis meneer, die etterende zweer in uw twaalfvingerige darm heeft u verlaten. Het werd teweeggebracht door een zenuwachtige toestand, maar Jezus Christus genas u toen Hij u daar aanraakte.
De dame die daar naast u zit, oh, ik weet wie dat is. Ik ken die vrouw, wier naam is... Ik vergis mij niet, ik geloof dat het mevrouw Green is, niet? Ik kan u niet noemen zuster Green, omdat ik u ken. Maar hier, wacht eens even. Nee, het is niet voor u. U bidt voor iemand anders. Dat is juist. En die persoon is in een groot land ver van hier, waar het erg aan het sneeuwen is. Het is Nebraska. Het is een dame met kanker, waar u voor bidt. Als dat juist is, steek dan uw hand omhoog. Het is een persoon met kanker, waar u voor bidt, in Nebraska. In orde. God zegene u.
Heb geloof! Geloof! De dame die daar zit, die de tranen van haar ogen veegt, ze is een vreemde voor mij. Ik ken de vrouw niet. Dat is haar man die naast haar zit, de grote man. Ze zijn vreemden! 223 Gelooft u dat God gebed verhoort? Gelooft u dat dit de Geest van God is, dame? U bent overschaduwd door de dood, is het niet? Het is een kanker. Wij zijn vreemden. Als dat juist is, wuif dan met uw hand. Dat is juist. Ik heb u nooit in mijn leven gezien. U bent niet van deze stad, u bent van ergens voorbij de rivier. Dat is juist. Mevrouw Zanders is de naam. Dat is juist. Hilda is de voornaam. Dat is precies juist. Sta op, op uw voeten, dame, en neem uw genezing aan van Jezus Christus. God zegene u. Ziet u?
Heb geloof in God, twijfel niet. Sommigen van u in deze rijen hier, geloof in de Here Jezus en u zult beter gemaakt worden.
Nu, het is Hem. Gelooft u dat Hij het is? [Samenkomst zegt: "Amen." -- Vert.] Ziet u, ik ken u niet. "Als gij kunt geloven!" Het is aan u.
Wilt u reageren?
Peter van Oort
Deze site was geplaatst op December 2007 en gewijzigd op 14-2-2009
<