VORIGE PAGINA     |   INDEX GETUIGENISSEN  |    VOLGENDE PAGINA
getuigenissen

Inhoud van deze pagina:

39. Blinde John Rhyn door God genezen

40. Gevaarlijk moordenaarsstier
      overwonnen door Goddelijke liefde
39 Blinde John Rhyn door God genezen

familie Branham Oude John Rhyn, niet de R-y-a-n, maar R-h-y-n. Er was een oude blinde bedelaar in Fort Wayne waar we die dag naartoe gingen en er werd in de samenkomst voor hem gebeden. Dat was de avond voordat de piano "De grote Heelmeester is nu nabij" speelde zonder iemand erbij. En toen hij blind was, was hij van geloof Katholiek. Hij hield stil in de rij en ik keek naar hem. En ik zei: "Uw naam is Zo-en-zo, John Rhyn."
"Ja."
"U bent een bedelaar op de hoek. U bent reeds jaren blind."
"Ja, dat is waar."

"U bent Katholiek van geloof."

"Dat is waar."

Ik zei: "ZO SPREEKT DE HERE. U ontvangt uw genezing."

Hij zei: "Dank u wel, meneer."

Ik zei: "Dank de Here."

Hij zei: "Maar ik kan niet zien."

Ik zei: "Dat heeft er niets mee te maken. U bent genezen." En hij zei...

Hij liep door. Ze hielpen hem het podium af. De natuurlijke mens kon niets zien. Ze konden er totaal geen resultaat van zien. "Wel," zeiden ze, "hij is nog net zo blind als daarvoor."

Dus brachten twee van z'n vrienden hem terug en zetten hem opnieuw in de gebedsrij en stuurden hem weer terug. Howard liet hem erdoor. Toen hij weer terugkwam, zei hij:

"Meneer, u vertelde me dat ik genezen was."

Ik zei: "U vertelde mij dat u me geloofde."

Hij zei: "Ik geloof u ook. Ik heb geen redenen om u niet te geloven." Zei: "U hebt me alle dingen uit mijn leven verteld." En hij zei: "Ik weet niet wat ik moet doen. Daar achteraan was een vrouw die getuigde. Ze had een paar minuten geleden een kropgezwel en het is verdwenen."

Ik zei: "Als u mij gelooft, waarom staat u mij dan te betwijfelen? Ik vertel u het Woord van God."

Hij zei: "Wat moet ik doen, meneer?" Omdat ik wist dat hij een Katholiek was en iets tastbaars moest hebben om aan vast te houden, zei ik: "Blijf gewoon getuigen: 'Door Zijn striemen ben ik genezen' en geef Hem de eer."

Gedurende de volgende twee of drie weken stond de oude man op de hoek kranten te verkopen. Hij riep steeds maar weer: "Extra! Extra! Prijs de Heer! Ik ben genezen! Extra nummer! Extra! Prijs de Heer! Ik ben genezen!"

Toen hij de volgende avond naar de samenkomst kwam, kon ik bijna niet prediken door hem. Hij wilde steeds opstaan en roepen: "Iedereen wees stil! Prijs de Heer voor mijn genezing! Prijs de Heer voor mijn genezing!" Omdat hij een Katholiek was wist hij niet hoe hij houvast moest krijgen op geloof, maar hij wist dat als hij het bleef zeggen en ermee doorging, doorging, doorging, tenslotte het zesde zintuig aan het werk zou gaan. Dat is juist. "Prijs de Heer voor mijn genezing!"

Hij stond op de hoek en riep: "Prijs de Heer voor mijn genezing! Extra! Prijs de Heer voor mijn genezing!"

Hij liep door de straat, en dan kwam er iemand voorbij die zei: "Hoe gaat het ermee, John?" "Prijs de Heer voor mijn genezing. Heel goed." En ze lachten om hem en maakten lol over hem.

Een andere kleine krantenjongen bracht hem naar de kapperszaak om geschoren te worden, ongeveer twee of drie weken na de samenkomst. En de kapper zette hem op de stoel en zeepte z'n gezicht in. Hij zei: "John, ik heb begrepen..." Zo'n sarcastisch mannetje, en hij zei: "Ik begrijp dat je daarheen bent gegaan, naar de goddelijke genezer, toen... Hij zei: "Ja, daar ben ik heengegaan."

Hij zei: "Ik heb begrepen dat je werd genezen", alleen om hem belachelijk te maken.

En de oude man zei: "Ja, prijs de Here! Hij genas mij!" En zijn ogen gingen open. Daar kwam hij de stoel uit met een handdoek om z'n nek. De kapper probeerde hem te grijpen met een scheermes in z'n hand, en daar renden ze door de straat. Waarom? Gods Woord was aan het werk gegaan.

Uit de prediking
"super zintuig" 27 December 1962" (par.115)

HOME    INDEX getuigenissen   



40 Gevaarlijke moordenaarsstier overwonnen door de Goddelijke liefde

familie Branham Op een middag was William Branham bij Henryville, Indiana om wat vis uit te zetten voor het Ministerie van Visserij en Jacht. Hij was dicht bij de boerderij van een vriend van hem van wie hij toevallig wist dat hij ziek was - dus dacht W. Branham dat het fijn zou zijn, als hij even langs zou gaan en voor de man zou bidden. Aangezien de boerderij een paar hekken van hem verwijderd was, nam William niet de moeite om er via een omweg heen te rijden. Hij maakte zijn holster los, gooide zijn pistool op de voorstoel van zijn wagen, sloot de deur en klom over het eerste hek. Hij vergat dat er een bord op elke hoek van de weide stond met de waarschuwing: "GEVAAR! PAS OP VOOR DE STIER!"

Broeder Branham neuriede een christelijk lied terwijl hij door het met grassen begroeide veld stapte. In het midden van de weide was een plekje met wat eikenkreupelhout stakerige boompjes van ongeveer drie meter hoog. Bill naderde de plek toen plotseling de grote stier opstond en snoof. Hij had rustig in de schaduw van de knoestige eikenboomtakken gelegen en was uit het zicht geweest. Onmiddellijk besefte Bill dat hij in gevaar was omdat deze bepaalde Guernsey-stier een wijdverspreide reputatie had. De stier was een bekroonde fokstier geweest op de boerderij van Burk bij Jeffersonville, maar had altijd een gemeen temperament getoond. Uiteindelijk had hij zijn verzorger gespietst en gedood waardoor de eigenaar gedwongen was om zich van hem te ontdoen. Omdat het zo'n vaak bekroonde stier was, had Burk hem aan deze man in Henryville verkocht, in de hoop dat hij in deze geïsoleerde landstreek niet de mogelijkheid had om meer schade aan te richten. Bill wist hier alles van af, maar het was hem gewoon ontschoten. Wanhopig bekeek hij zijn kansen. De kleine eikenbomen waren te zwak en stonden in de verkeerde richting. De hekken waren te ver weg. Dan bleef alleen nog maar zijn pistool over. Hij moest het dier misschien neerschieten en dan de boer voor zijn verlies terugbetalen.

De dodelijke stier boog zijn kop naar beneden, snoof door zijn neusgaten en klauwde in de grond. Zijn lange puntige horens zagen er inderdaad als dodelijke wapens uit. Bill greep naar zijn pistool. Het was er niet! Toen herinnerde hij het zich - hij had zijn holster op de stoel van zijn wagen achtergelaten!

"Here, als mijn tijd gekomen is om te sterven, dan wil ik het als een man doen." Hij rechtte zijn schouders en keek koel en kalm naar zijn vijand. Op dat ogenblik gebeurde er iets ongelofelijks binnenin hem. Zijn angst vervaagde en veranderde in een liefde die uit een sympathie en begrip geboren werd, zoals hij nooit eerder ervaren had. Hij dacht: "Die arme stier lag daar in het grasveld en ik kwam langs en stoorde hem. Hij weet niet beter dan zichzelf te beschermen."

De stier snoof luider en sneller, schraapte over de grond met zijn hoef en wierp grond achter zich zoals stieren dat doen voordat ze tot de aanval overgaan. Bill zei hardop: "Stier, het spijt me dat ik je stoorde. Ik wil niet dat je me doodt. Ik ben een dienstknecht van God en ben op weg om voor een zieke man te bidden. Ik was deze waarschuwborden vergeten."

De stier ging met zijn kop neer tot de aanval over, met zijn gebogen horens recht op het doel gericht. Wat verbazingwekkend was: Bill voelde absoluut geen angst, alleen liefde. Hij zei: "In de Naam van Jezus Christus, loop en ga onder die bomen liggen."

Met al zijn kracht en woede bleef de stier doorgaan met de aanval. Toen hij nog maar drie meter ver was, zette hij zijn voorpoten schrap tegen de grond en kwam in een stofwolk tot stilstand. Zijn blik werd ineens heel vreemd toen hij zijn kop naar rechts zwaaide en dan weer naar links. Toen draaide het dier zich om en toonde Bill zijn staart. Hij liep langzaam terug naar de eikenbomen, ging liggen en keek toe hoe Bill de rest van de weide doorliep.

Voor de rest van de dag - en nog vele andere dagen - vroeg Bill zich af wat tussen hem en de stier in de weide gebeurd was. In het zicht van een bijna zekere dood, was hij op één of andere wijze buiten zijn eigen zorgen gestapt om de hartslag van een ander leven te voelen. Op één of andere wijze had hij de opgewondenheid van de stier begrepen en sympathie voor het dier gevoeld. Als voorganger strekte hij zich dikwijls uit naar anderen, zorgend en helpend waar hij maar kon. Maar deze ervaring was anders, iets wat dieper was. Voor enkele minuten in zijn leven was alle angst verdwenen en had hij volmaakte liefde gevoeld.

"Het bovennatuurlijk" deel 2 door Owen Jorgensen

VORIGE PAGINA     |   VOLGENDE PAGINA

HOME      INDEX getuigenissen    TOP   

______________________________________________

Voor vragen of opmerkingen:





Peter van Oort

Peter van Oort